Van Persie-beleid onder de loop: "In de praktijk lukt het niet"

"De aanvallen van het Feyenoord van Van Persie beginnen bij de laatste linie", ziet Rijnmond. "Vooral bij doeltrappen is de filosofie van de trainer zichtbaar. Achterballen worden genomen door een verdediger richting de keeper, waarbij er (riskant) in het eigen zestienmetergebied wordt opgebouwd."

Het idee is tegenstanders te lokken en zo ruimte op het middenveld te creëren voor spelers als Hwang en Timber. "In de praktijk lukt het Feyenoord nog niet om deze spelers te bereiken en eindigt de opbouw alsnog met een diepe bal van de doelman."

Als de tegenstander Feyenoord laat opbouwen, blijft het tempo van de passing te laag. "Van Persie benoemt het wisselen van kant ook als een groot verbeterpunt voor zijn ploeg. Na de uitschakeling tegen Fenerbahce in Istanboel gaf hij ook aan dat de Rotterdammers hierin een kans hebben laten lopen om meer gevaar te stichten", aldus Rijnmond.

Ook analyticus en trainer Robert Maaskant ziet het probleem: Feyenoord speelt te veel in een hoefijzervorm, zelfs diep op de helft van de tegenstander. "De heatmap van het duel met Excelsior laat zien dat de bal steeds van de ene back naar de andere gaat, via de centrumverdedigers of middenvelder. Zelden in één keer door de as naar Steijn of Ueda."