Romeijn blikt terug: "Ik had overdag gewoon mijn werk als dakdekker"

Tegenover De Telegraaf praat hij honderduit over het historische duel. "Weet je wat het allermooiste was rond de Europa Cup-finale van 1970? Dat was de erehaag de volgende ochtend bij het hotel die de supporters van Celtic voor ons vormden. Ze stonden daar en allemaal begonnen ze te klappen toen we naar buiten kwamen. Wat een mooi gebaar, wat een klasse straal je dan uit." Tegenwoordig is de rivaliteit tussen supporters veel groter, zo merkt De Schiedammer op. "Of ze gooien bekers bier op het veld of andere dingen als hun ploeg achterstaat, wordt de wedstrijd weer stilgelegd of gestaakt."

Romeijn was niet zijn hele carrière speler in Rotterdam. "Ik kwam via SVV, waar ik begon, bij Feyenoord. Er was best wat belangstelling voor me, van GVAVV (in Groningen) en PSV ook. Maar toen Feyenoord in 1962 eenmaal kwam, was mijn keuze direct gemaakt. Daar hoefde ik geen twee seconden over na te denken."

Hoe groot de club ook was, Romeijn werkte overdag nog elders. "Ik had overdag gewoon mijn werk als dakdekker. Totdat op een dag Willy Kment, de Oostenrijkse trainer van Feyenoord (we praten over 1967) in Lombardijen opeens achter me stond. Ik was een kruiwagen vol grind aan het scheppen. ’Wat doe jij nou?’, zei Kment. Die wilde dat ik dat zware werk niet meer deed. Via de voorzitter van de supportersvereniging kwam ik toen aan een baan in de haven. Daar hoefde ik slechts een paar uur per dag te werken", besluit de oud-voetballer.