Obiku verklaart: "Er is altijd iets te beleven op de Afrika Cup"

"Vooral bij een toernooi in West-Afrika is iedereen enthousiast", vertelt Obiku in De Telegraaf. "Inwoners van landen als Nigeria en Kameroen zijn compleet voetbalgek. Daar zitten stadions, als er geen pandemie is, vol met 75.000 mensen. Nu kan dat niet. Dan krijg je het probleem dat mensen toch de stadions in proberen te komen. Dit is heel erg."

Obiku speelde zelf ook op de Afrika Cup. In 1988 nam hij deel aan het toernooi met zijn land Nigeria. "We haalden de finale en moesten spelen tegen het Kameroen van legende Roger Milla", herinnert hij zich. "We verloren met 1-0. Ik vind het sindsdien interessant om te volgen hoe het Afrikaanse voetbal zich ontwikkelt. Vanaf de jaren negentig is er echt een groei geweest."

"Op tactisch gebied gaat het ook beter", vervolgt Obiku. "De spelers zijn slimmer geworden op dat vlak. Een voorbeeld: in de openingswedstrijd van Nigeria tegen Egypte heeft sterspeler Mo Salah in negentig minuten geen bal geraakt. De bondscoach van Nigeria had het tactisch zo neergezet dat hij niet aan de bal kon komen. Nigeria won met 1-0. En kijk hoeveel Afrikaanse voetballers er nu in de top van Europa spelen."

"Weet je wat het is, iedere speler of keeper wil zich bewijzen op de Afrika Cup", verklaart Obiku. "Dat is namelijk hét podium om een transfer naar Europa te kunnen afdwingen en voor een grote club te gaan spelen. Iedereen doet zó zijn best, dat het wel eens een beetje doorslaat. De angst of druk wordt hen dan te veel. Dat zorgt er tegelijkertijd ook voor dat er al-tijd iets te beleven of bekijken is op de Afrika Cup. De amusementswaarde is heel hoog."