Kritiek op Van Geel: ''Dat klinkt als beleid voeren op basis van hoop''
Feyenoord heeft veel minder geld te besteden dan concurrenten Ajax en PSV. De ploeg moet dus creatief zijn met haar aankopen, maar dat gebeurd niet echt. Er is veel kritiek op Martin van Geel.
De Rotterdamse club scout veel in Scandinavië en de eredivisie, terwijl de concurrenten hun oog hebben laten vallen op Zuid-Amerika. De spelers die Feyenoord haalt, moeten eerst altijd een periode wennen en dat zie je bij de andere clubs veel minder. ''De afgelopen zomer zei Van Geel dat de spelers die van een andere club bij Feyenoord komen in hun tweede seizoen beter voor de dag komen. De periode van gewenning is dan voorbij. Dat klinkt als beleid voeren op basis van hoop'', aldus Mikos Gouka.
De journalist van het Algemeen Dagblad kan wel voorbeelden noemen waarbij dat klopt, maar de meeste spelers die in het eerste seizoen niet goed presteren, blijken daadwerkelijk miskopen te zijn. ''Er zijn spelers die na een moeizame start beter voor de dag kwamen, Jan-Arie van der Heijden en Eric Botteghin bijvoorbeeld. Maar er is ook een waslijst met aankopen die ook in hun tweede jaar nog net zo twijfelachtig acteren in de Kuip als in hun debuutseizoen.''
De club moet een keer out of the box gaan denken. ''Is het door technisch directeur Martin van Geel aangestuurde scoutingapparaat, dat zo zelden een echt schot in de roos oplevert, nog van deze tijd? Is bijvoorbeeld de strategie van alleen zoeken naar nieuwe spelers in de eredivisie of in Scandinavië en categorisch niet winkelen in de Balkan of bijvoorbeeld Zuid-Amerika nog te verdedigen?''