Geen woord goed over voor PSV en Feyenoord: "Interessant-doenerij"
Zondag keek Freek Jansen, verslaggever van Voetbal International, verrast op in de geïmproviseerde mixed zone van De Kuip. "Kun je bij FC Twente na een wedstrijd iedereen spreken die je wil? Ja, dat kan zomaar. In Enschede zijn ze de verkramping al een tijdje voorbij, terwijl veel andere clubs hier nog mee te maken hebben", stelt hij bij NSP.
"Als je als volger van een subtopper binnen 1.5 week op bezoek bent geweest bij PSV en Feyenoord, dan verbaas je weer over de manier van werken bij onze topclubs. Ze vinden de omgang met de media zelf vast heel professioneel, maar het is interessant-doenerij van de bovenste plank", vervolgt de hoofdredacteur het gedrag van de topclubs.
Jansen is het niet eens met het handelen van de topclubs. "Zij bepalen welke speler er in de grote perszaal achter de microfoon gaat zitten. Een één-op-één-gesprek met een voetballer wordt door onze grootmachten gezien als een oneerbaar voorstel. Ze hebben het ooit ergens afgekeken bij de mondiale giganten en blijkbaar vinden ze dat het Nederlandse medialandschap zo overweldigend, dat je niet moet denken dat je zomaar eventjes een paar minuutjes met de linksback kunt praten. Alleen die gedachte al..."
De verslaggever noemt een aantal voorbeelden waar het wel 'normaal' kan. "We weten ook dat het anders kan. De omgang met wielrenners kent iedereen. De wereldsterren van de Formule1 weten niet anders en vinden het de normaalste zaak dat ze na de race naar de pers moeten. Wie niet verschijnt, krijgt zelfs een boete. Zelfs in het voetbal zien we wel degelijk dat niet iedereen denkt dat je met een vraaggesprekje meteen de wereldvrede in gevaar brengt. Zo komen de spelers van Oranje keurig in de mixed zone en bij de Champions League is het zelfs verplicht . Dan kan het opeens wel bij onze clubs, die op dat soort dagen braaf naar de pijpen dansen van de UEFA."
"Wat clubs als PSV en Feyenoord maar niet willen begrijpen is dat je door een normale relatie met de pers veel meer bereikt dan met die verkramping. Van een afstand oordeel je als journalist stukken sneller, soms ongenuanceerder ook. Hoe anders kan de insteek worden als je even met de speler hebt kunnen praten. Dan krijgt die voetballer een gezicht en kan hij zijn kant van het verhaal vertellen", aldus de conclusie van de hoofdredacteur.