Financieel plaatje van Feyenoord omschreven als "Niet erg solide"

Tot 2022 had Feyenoord consistent een positief operationeel resultaat, maar leed vaak zware verliezen bij transfers. In juli 2022 markeerden Luis Sinisterra en Tyrell Malacia het begin van een nieuw tijdperk, waarin Feyenoord actiever werd op de transfermarkt en meer risico nam in de begroting. In het seizoen 2022/23 stegen de uitgaven van Feyenoord van 86 naar 106 miljoen, mede dankzij Europese successen en goede prestaties in de Eredivisie.

Desondanks eindigde het seizoen met een tekort van zeven miljoen, dat werd opgevangen met spelersverkopen. Aan het einde van het seizoen had Feyenoord slechts een klein bedrag op de bankrekening en een bescheiden eigen vermogen in vergelijking met andere topclubs zoals Ajax, AZ en PSV. Met achttien punten in het KNVB-licentieklassement zit Feyenoord net boven de minimumgrens van vijftien punten.

Voetbal International beschrijft de situatie als "Nog niet erg solide." Er is weinig reserves voor tegenslagen. Eenmaal op een bepaald kostenniveau is het moeilijk om terug te schakelen. De uitgaven van 106 miljoen vorig seizoen zullen waarschijnlijk nog stijgen vanwege recente investeringen in de spelersgroep en Champions League-beloningen.

Momenteel kan Feyenoord de uitgaven in de Champions League goed terugverdienen. Dit seizoen maakt Feyenoord operationele winst, maar het transferresultaat is licht negatief vanwege zware investeringen in recente jaren. Om quitte te spelen op de transfermarkt moet Feyenoord ongeveer 50 miljoen euro verdienen, wat lastig is gezien de hoge afschrijvingen op transfers en andere kosten.