Emma Pijnenburg groeide op in Nieuw-Zeeland: "Hoort er echt bij"

Dat kwam door vader Rob: "Ik ben altijd voetballer geweest en Feyenoord-fan. Ik heb de kinderen van jongs af aan geleerd te voetballen", vertelt hij in een item van Feyenoord TV. Pijnenburg beoefende vele sporten, maar voetbal bleef toch het leukst. "In Nieuw-Zeeland zijn rugby en cricket heel populair, maar mijn vader was echt van het voetbal. Dat vonden wij ook het leukste, dus dat zijn we blijven doen."

Haar vader vond het fantastisch. "Ik ben er blij mee, dat ze het leuk vonden. Vanaf haar vijfde of zesde is ze begonnen met clubvoetbal. Ze speelde in een jongensteam. Ze deed lekker mee met de jongens. Ze speelde bij de grootste club van Nieuw-Zeeland. Er was genoeg ruimte, op verschillende niveaus. Ze kon er altijd doorgroeien."

Op welk moment Pijnenburg dacht: voetbal is wel iets voor mij? "Ik denk dat toen ik een uitnodiging kreeg voor het Onder 15-team van Nieuw-Zeeland, voor het trainingskamp, dat ik toen dacht: oké, nu zit ik wel bij de beste van het land. Daarna ging ik naar de Onder 17, Onder 20... Dat geeft wel een goed gevoel. Nieuw-Zeeland is niet zo'n groot voetballand, maar dat je dan bij de beste twintig zit..."

De jongeling genoot van haar jeugd in Nieuw-Zeeland: "Ik vond Nieuw-Zeeland een heel mooi land om op te groeien. Heel veilig, heel rustig. Veel natuur. Wij woonden in een grote stad, tien minuten van het strand, tien minuten van de bergen. Geweldig land om in op te groeien als kind. Er is ook een hele mooie cultuur in de sport. Je hoort er echt bij. Heel mooi."